Spreken voor een publiek

…is weinigen gegeven. Toch kan je het leren.

Schrijf je tekst eerst spontaan uit. Maak dan van schrijftaal spreektaal door jouw boodschap te herleiden tot korte zinnen, het inschakelen van pauzes ( de zogenaamde 10 sec.regel) en het leggen van accenten. Duid aan wat echt belangrijk is en accentueer dat ook in je intonatie. Las regelmatig een retorische vraag in. Je publiek zal aandachtiger luisteren en aan de reactie meet je de interesse voor en/of de instemming met jouw betoog. Je kan scoren door even op dit moment door te gaan. Als voorbereiding lees je jouw tekst verschillende malen luidop. Voel aan hoe dit overkomt en pas indien nodig aan.
Lees niet toonloos af maar gebruik je tekst als leidraad of memoriseer telkens één of meerdere zinnen alvorens opnieuw naar je tekst te kijken. Druk bepaalde woorden en/of zinnen in een groter corps af.
Leent het podium zich om je te verplaatsen, doe dit langzaam en in de passages die je goed onder controle hebt ( bv bij een retorische vraag). Zo creëer je een natuurlijke pauze.
Onthoud de inhoud en niet de tekst.
Noteer je argumenten en niet de zinsconstructie.
Duid de pauzes aan.
Accentueer je opening door het gebruik van korte zinnen. Dit verzekert je van een vlotte start. Spreek bij aanvang traag en articuleer goed, je wordt er rustig van. Zo krijg je extra vertrouwen wat een ‘boost’ geeft aan je présence.

Meer weten over communicatie